Energie & Emissies

Energie & Emissies

Onze CO2e-uitstoot

Bolletje wil actief bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering door de CO2e-voetafdruk van haar activiteiten stap voor stap terug te dringen. Daabij hanteren we de indeling van het Greenhouse Gas-protocol dat emissies onderscheidt in drie categorieën. 

Scope 1

Onder scope 1 vallen directe emissies die afkomstig zijn uit de organisatie zelf, met name door het gebruik van aardgas door het verhitten van onze ovens.

Scope 2

Hieronder vallen indirecte emissies uit ingekochte energie. Deze betreffen de uitstoot die ontstaat bij het opwekken van de elektriciteit die we inkopen.

Scope 3

De grootste categorie omvat alle overige indirecte emissies. Dit is de uitstoot die onder andere vrijkomt bij het telen van de gewassen, de productie van verpakkingsmaterialen, transport, afvalverwerking en het woon-werkverkeer van medewerkers.

In 2024 resulteerde dit in 8.684 ton CO2e-uitstoot binnen scope 1 en 1.870 ton CO2 e binnen scope 2. De uitstoot binnen scope 3 bedroeg 59.939 ton CO2e, waarvan 29.630 ton tot FLAG gerekend wordt. FLAG is de categorie binnen het GHG-protocol voor emissies die samenhangen met landbouw, landgebruik en bosbouw.

De totale uitstoot kwam hiermee uit op 63.493 ton CO2e.

2981

Risico's van klimaatverandering voor Bolletje

De bedrijfsvoering van en toeleveringsketen van Bolletje ondervindt mogelijk ook gevolgen van klimaatverandering. 

Korte termijn

Op korte termijn spelen fysieke risico’s zoals stevige regenval en hittegolven, die schade aan gebouwen kunnen veroorzaken of de productie tijdelijk kunnen verstoren.

Lange Termijn

Klimaatverandering kan er op lange termijn voor zorgen dat landbouwgrond minder geschikt wordt voor het verbouwen van gewassen. Hierdoor kunnen oogsten mislukken, de prijzen van grondstoffen stijgen en neemt de kwaliteit van gewassen mogelijk af, waardoor de continuïteit van levering in gevaar kan komen

Daarnaast nemen zogenaamde transitierisico’s toe, zoals strengere wetgeving en stijgende energiekosten.

Dit vraagt om adaptief vermogen - ons tijdig aanpassen en vooruitlopen op veranderende omstandigheden, zodat onze processen en ketens toekomstbestendig blijven.

Deze risico’s het hoofd bieden, betekent onder meer dat we vooruitkijken naar alternatieve inkoopstrategieën en nauwer samenwerken met leveranciers om teeltmethoden aan te passen, terwijl we flexibel zullen moeten blijven voor de onzekerheden die klimaatverandering met zich meebrengt. Tegelijkertijd willen we de oorzaken van klimaatveranderingen verminderen: we zetten in op energietransitie en -reductie binnen ons bedrijf en op structurele vermindering van emissies in de keten. 

Hotspots en inzichten

De verdeling van onze emissies laat zien waar de grootste impact ligt en welke onderdelen van onze keten de meeste aandacht vragen

  • Ons aandeel emissies binnen de eigen bedrijfsvoering is relatief hoog ten opzichte van de totale emissies. In het algemeen wordt er binnen de voedingsmiddelensector gesproken over de verhouding 5/95 of 10/90 voor wat betreft emissies in de bedrijfsvoering versus emissies in de keten. Bij Bolletje ligt deze verhouding net anders door emissies uit vaste installaties. Voornamelijk onze ovens zorgen voor de impact, doordat voor het bakproces veel aardgas nodig is.
  • De berekening laat duidelijk zien dat emissies in de keten verreweg het zwaarste weegt in onze totale uitstoot. 
  • Ingekochte goederen, veelal onze ingrediënten, veroorzaken hierbinnen het grootste deel. De bijdrage van graan staat met stip op 1, gevolgd door suiker en plantaardige oliën. Grote volumes zorgen hier voor de impact, al doet ook de impact van kruiden, zaden en gist er wel degelijk toe. Voor (bijna) alle ingrediënten geldt bovendien dat de meeste emissies ontstaan door een reeks uiteenlopende activiteiten in en rondom teelt.
  • Verpakkingsmaterialen hebben met 12,3% ook een relevante bijdrage. Het volume karton zorgt voor 9,23% van de emissies binnen deze categorie. Het grootste deel komt van de dozen die nodig zijn voor transport en logistiek. De bijdrage van onze consumenteneenheden is beperkt tot enkele procenten, net als de emissies van kunststofverpakkingsmaterialen.
  • Voor overige categorieën, waaronder transport, gaat het om een kleinere bijdrage van maximaal enkele procenten. De impact van upstream transport (van teelt tot bij bolletje) blijft beperkt doordat we onze ingrediënten van relatief dichtbij halen, waarbij het vaak gaat om grote volumes per levering, waardoor de uitstoot per kilogram laag blijft. Ook downstream transport (van Bolletje naar onze afnemers) heeft een beperkte impact, omdat onze belangrijkste afzetmarkten dichtbij liggen. Een deel van het transport in beide categorieën nemen we voor onze rekening met eigen vervoer, waardoor emissies deels verschuiven naar scope 1.
  • Tot slot levert deze nulmeting ons, naast absolute cijfers, ook inzichten op in de vorm van intensiteitsindicatoren – variërend van CO2e per ingekocht volume of per euro omzet tot factoren zoals waterverbruik, afval en transportafstand per kilogram product. 
Hotspots en inzichten

Onze Aanpak

jaarlijkse berekening van onze CO2e-uitstoot

In 2024 zijn we gestart met het jaarlijks berekenen van onze CO2e-uitstoot volgens het internationaal erkende GHG-protocol. De nulmeting van 2024 vormt het startpunt voor verdere reductie. De komende jaren herhalen en verfijnen we deze berekening, waarbij het verzamelen van meer primaire data met onze leveranciers een belangrijk aandachtspunt is

Het transitieplan

Om onze energietransitie vorm te geven, werken we een transitieplan uit. Dit plan stemmen we af op de onderhouds- en vervangingsplannen van onze fabriek, zodat het een vast onderdeel wordt van het beheer van onze installaties en apparatuur. Ook bij het inkopen van ingrediënten, verpakkingsmaterialen en eindproducten zoeken we actief de samenwerking met leveranciers om gezamenlijk emissiereducties in de keten te realiseren.

Ondertussen hebben we het afgelopen jaar al stappen gezet

  • We pakten onze stroominstallatie en -infrastructuur aan, wat naar verwachting ongeveer 30% reductie oplevert in het benodigde stroomverbruik.
  • We hebben de beschuitoven vernieuwd, wat leidt tot ongeveer 25% minder energieverbruik.

Daarnaast voldoen we aan de EED-auditplicht, wat betekent dat we periodiek energie-audits uitvoeren om ons energieverbruik en de mogelijkheden voor besparing te inventariseren en als laatste zoeken we actief naar samenwerkingen en houden we nieuwe ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Zo zijn we betrokken bij de Cluster Energie Strategie, H2Hub Twente, Energiekoplopers en een onderzoek van de Smart Energy Hub om gezamenlijk de energietransitie te versnellen.